Main content

Zakia’s strijd voor een toekomst 

Halima is pas 20 jaar oud wanneer ze met haar 8 maanden oude dochter Zakia aankomt bij het stabilisatiecentrum in Farchana, Oost-Tsjaad. Ze zijn gevlucht uit Soedan, waar het al maanden onveilig is door hevige gevechten. Zakia is ernstig ziek: ze heeft diarree, moet overgeven en heeft hoge koorts. “Dit is de eerste keer dat we naar het stabilisatiecentrum komen,” vertelt Halima. “Ik heb haar gebracht voor Plumpy’Nut.” 

Plumpy’Nut is een speciale pindapasta vol voedingsstoffen. Het helpt ondervoede kinderen om snel aan te sterken. Normaal bezoekt Halima een programma waar ze wekelijks dit soort voeding krijgt voor haar dochter. Maar nu is Zakia’s toestand te ernstig. Ze wordt opgenomen in het stabilisatiecentrum. 

Een stabilisatiecentrum is een plek waar ernstig zieke en ondervoede kinderen dag en nacht worden verzorgd. Ze blijven daar samen met hun moeder totdat hun gezondheid verbetert. 

Zakia op bed met haar moeder in het stabilisatiecentrum in Tsjaad. World Vision

Zakia op bed in het stabilisatiecentrum in Oost-Tsjaad.

De situatie in Soedan: een vergeten ramp 

Sinds april 2023 is Soedan verwikkeld in een verwoestend conflict. Miljoenen mensen zijn op de vlucht geslagen. Meer dan 3,8 miljoen mensen zijn naar buurlanden gevlucht, zoals Tsjaad, Egypte en Zuid-Soedan. De situatie is rampzalig: er is een tekort aan voedsel, schoon water en medische zorg. Veel mensen leven in tentenkampen, zonder veiligheid of toekomst. 

De Verenigde Naties noemt het de grootste humanitaire crisis ter wereld op dit moment. Toch komt er weinig hulp. In 2024 werd minder dan de helft van de benodigde hulp gefinancierd. Voor 2025 is er 1,1 miljard dollar nodig om mensen te kunnen blijven helpen. 

De vluchtelingen: kwetsbaar en vergeten 

In Farchana helpt World Vision samen met de internationale hulporganisatie International Rescue Committee (IRC) duizenden Soedanese vluchtelingen. Veel kinderen zijn ernstig ondervoed. In het stabilisatiecentrum krijgen ze medische zorg, voeding en rust. Dankzij nieuwe zonnepanelen en schoon water – geïnstalleerd door World Vision – is de zorg sterk verbeterd. 

Water is nodig om speciale melk te maken voor zieke kinderen en om vrouwen te helpen bij de bevalling. Elektriciteit zorgt ervoor dat medicijnen goed bewaard kunnen worden en dat er ook ’s nachts veilig zorg gegeven kan worden. 

Elke dag worden er 100 kinderen geholpen in het voedingsprogramma. Ongeveer 30 kinderen per maand worden opgenomen in het centrum. Maar de toekomst van deze zorg is onzeker. 

Kindje word gewogen in stabilisatiecentrum in grote hangbak
Moeder en kind bij stabilisatiecentrum. De omtrek van het armpje van het kind wordt gemeten.
Moeder geeft kind te eten in het stabilisatiecentrum.

Een levensreddend centrum in gevaar 

Door wereldwijde bezuinigingen op noodhulp komt het werk van organisaties zoals World Vision en IRC in gevaar. Er is minder geld, waardoor voorraden opraken.

Als we geen financiering krijgen, moeten we patiënten doorverwijzen naar andere klinieken, uren verderop. Of erger: ze zullen sterven.

Dr. Albachir, hoofd van het centrum

“De wereld lijdt,” zegt hij. “We moeten het beleid veranderen. We hebben hulp nodig – nu.” 

Bezuinigingen door de overheid en het noodhulpfonds van World Vision

Hoewel er grote te korte zijn door de bezuiniginen op ontwikkelingssamenwerking van de overheid, gaat World Vision door. Onvermoeid blijven we ons inzetten voor kinderen in de meest kwetsbare situaties. We doen dit door middel van het noodhulpfonds. Dit fonds willen we inzetten om in gebieden die het meest getroffen worden door bezuinigingen en beëindiging van wereldwijde subsidies, hulp door te laten gaan.  Samen gaan we door. Doe jij met ons mee?