Hoofdinhoud

Op vrijdag 24 juni verscheen de nieuwe beleidsnota ‘Doen waar Nederland goed in is’. Deze beleidsnota is een uitwerking van de paragraaf ‘Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS)’ binnen het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ van ons huidige kabinet. 

De beleidsnota werd gepresenteerd door minister Schreinemacher (VVD, BHOS). In de nota worden de plannen voor de komende beleidsperiode geschetst. Om de oorzaken van (toenemende) armoede (klimaatverandering, conflict, COVID-19) aan te pakken en de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) te behalen in 2030 wordt de hulp aan diverse focuslanden de komende jaren verstevigd. Er wordt extra budget vrijgemaakt voor klimaat en noodhulp, wat ons betreft een positieve en noodzakelijke verruiming.

In de inleiding van de beleidsnota wordt erkend dat een ‘nieuwe wereld’ vraagt om nieuw beleid. Dit sluit aan bij de input die we vanuit World Vision hebben geleverd in aanloop naar de totstandkoming van de nota.
 

Positie van kinderen verslechterd: COVID-19

In onze input schreven we: Nederland erkent het belang van ontwikkelingssamenwerking door hier structurele verhoging van het ontwikkelingsbudget en door partnerschappen als Power of Voices. Mooi, want sinds 1990 is het aantal kinderen dat jaarlijks sterft door oorzaken die we hadden kunnen voorkomen, zoals armoede, honger en ziekte, meer dan gehalveerd. Het is tevens noodzakelijk nu de kwetsbaarheid wereldwijd onder invloed van COVID-19 is toegenomen.

Kort na het uitroepen van de pandemie door de WHO in maart 2020, waarschuwde World Vision op basis van onderzoek dat 30 jaararmoedebestrijding teniet dreigde te worden gedaan door deze wereldwijde pandemie. Dit blijkt op basis van nieuw onderzoek helaas bewaarheid te worden. Deze pandemie zal voor miljoenen meisjes en jongens leiden tot diepere armoede, verhevigde honger en ziekte, minder onderwijs en meer blootstelling aan geweld en misbruik. 

We zijn blij dat de minister deze trend ook waarneemt en beschrijft in haar beleidsnota. Helaas is dit ook nagenoeg de enige keer dat kinderen specifiek worden benoemd in de nota. We pleiten als World Vision daarom voor specifiek beleid gericht op het verbeteren van de positie van kinderen wereldwijd.

Inleiding beleidsnota

Investeren in kinderen van begin tot eind

Investeren in kinderen vraagt om een holistische aanpak. Van hun conceptie tot het moment dat ze zelfstandig in de samenleving functioneren en op eigen benen staan.

World Vision is daarom blij in de nota te lezen dat SRGR (seksuele en reproductieve gezondheid en rechten) en jeugdwerkgelegenheid een focusgebied van Nederland blijft in ontwikkelingssamenwerking, met daarbij ook focus op het tegengaan van kindermisbruik en kindhuwelijken. Wij juichen dit van harte toe.

Echter hier stopt de investering in kinderen wat ons betreft niet, daar begint het pas. Daarom pleiten wij voor een investering in kinderen die verder gaat: investeer ook in de eerste 1000 dagen van het kind. Zoals we weten leggen de 1000 dagen tussen zwangerschap en de tweede verjaardag van een kind het fundament van alles wat daarna komt. 

Veel kinderen bereiken vanwege uitdagingen eerder in het leven de jeugdleeftijd niet. Nu 2022 het eerste jaar in decennia lijkt te worden waarin de kindersterfte (of het sterftecijfer voor kinderen onder de vijf jaar) weer lijkt te gaan stijgen, in plaats van dalen, is een holistische aanpak die kinderen ondersteund van conceptie tot jeugd-leeftijd wat ons betreft daarom meer dan ooit nodig.

Kind van de rekening

Voorts is het is waardevol dat in het beleid wordt benoemd dat Nederland zich toelegt op het versterken van gezondheidssystemen en het werken aan de uitdagingen die kinderen (naast COVID-19 en crises) in toenemende mate bedreigen: honger (werken aan voedselzekerheid) en klimaatverandering.

Maar onderbelicht blijft in de nota hoe kinderen niet, nu de “nieuwe wereld” voorál hen disproportioneel raakt, kind van de rekening worden.
 

Klimaat en voedselzekerheid – hongercrisis

De FAO schat dat de internationale voedselprijzen als gevolg van het conflict tussen de 8 en 22% kunnen stijgen. Erg slecht nieuws voor kinderen in bijvoorbeeld Syrië, Afghanistan en Zuid-Soedan, waar honger nu al een groot probleem is.

In al deze landen zijn we als World Vision actief als WFP’s grootste uitvoerende NGO-partner, we bereiken miljoenen risicogroepen via programma’s voor directe voedseldistributie, contant geld en vouchers, en schoolmaaltijden.

Samen met de Right2Grow alliantie* werkt World Vision tevens aan het einde van ondervoeding bij kinderen. Hierin werken we natuurlijk binnen het subsidiekader ‘Power of Voices’ samen met de Nederlandse overheid, tevens in de nota terug te vinden. Daar zijn we dankbaar voor.

En het is ook nodig, want over de hele wereld maken torenhoge voedselprijzen in combinatie met grootschalig banenverlies (voornamelijk door COVID-19) voedzaam voedsel nog onbetaalbaarder voor nog eens miljoenen gezinnen, wat de voorwaarden creëert voor een ondervoedingscrisis.

De meest kwetsbare mensen in de armste landen worden het zwaarst getroffen. In landen die door conflicten zijn getroffen, versterken hoge voedselprijzen en lagere inkomens de reeds hoge niveaus van extreme armoede en beperken ze de toegang tot voedzaam voedsel verder, waardoor de reële en onmiddellijke dreiging van hongersnood in meerdere landen toeneemt.

Om die reden is World Vision de grootste respons in haar geschiedenis begonnen om deze hongercrisis het hoofd te bieden. In 24 landen bieden we levensreddende hulp.

Niet in de laatste plaats door te focussen op de gevolgen van klimaatverandering, een grote aanjager van honger. World Vision bemerkt in de nota een nadrukkelijke focus op klimaatverandering. De urgentie die hiervan afstraalt, is wat ons betreft gegrond. We brengen hiervoor onze FMNR methode (farmer managed natural regeneration) onder de aandacht. Deze methode wordt ingezet om woestijnachtige dorre gebieden weer vruchtbaar te maken. Dit zorgt voor betere oogsten en herstel van landschappen en biodiversiteit.

Deze effectieve, maar simpele methode wordt inmiddels in 25 landen in Sub-Sahara Afrika succesvol toegepast. Tot op heden FMNR bijgedragen aan voedselzekerheid voor 6 miljoen Afrikanen. Regeringen in Oost-Afrika hebben deze methode opgenomen in hun jaarplannen en activiteiten. Andere NGO’s zijn begonnen met het onderwijzen van FMNR in hun trainingscursussen en veel individuen en NGO’s zijn begonnen met het promoten en toepassen van FMNR op verschillende schaalniveaus. 

illustratief voor waargenomen trend, geen grafiek met daadwerkelijke cijfers

Fragiele contexten

De laatste jaren nemen wij een trend waar. Er is een verschuiving gaande (zie grafiek) waarbij fragiele contexten toenemen en (naar onderzoek van de World Bank) blijkt dat de armste mensen ter wereld steeds vaker te vinden zijn in fragiele contexten. 

Het elimineren van extreme armoede vereist een dringende focus op ’s werelds meest kwetsbare contexten. Om die reden heeft dit de focus van World Vision, als grootste internationale kindgerichte ontwikkelingsorganisatie.

We zijn daarom ook dankbaar dat de Dutch Relief Alliance, waar World Vision deel van uitmaakt, in het coalitieakkoord specifiek wordt benoemd. Noodhulp is belangrijk en wordt steeds belangrijker.

Toch blijven we in elke context ook kijken hoe we van noodhulp naar duurzame opbouw kunnen komen, waar mogelijk. Voor dit adaptieve programmeren (zoals in de nota benoemd) hebben we als World Vision een speciaal programma-model wat de Fragile Contexts Programming Approach heet (FCPA). 

Door middel van onze Fragile Contexts Programming Approach (FCPA) brengen we humanitaire, ontwikkelings- en vredesopbouwactoren samen om flexibel samen te werken aan collectieve resultaten voor kinderen. In de programma’s wordt door middel van gedetailleerde scenarioplanning de context waarin gewerkt wordt grondig geanalyseerd. Oorzaken van fragiliteit worden geïdentificeerd. Deze gedetailleerde informatie wordt gebruikt om menu’s met programmeeropties (survive, adapt, thrive) te ontwerpen die field staff in verschillende combinaties kunnen gebruiken als de situatie ‘on the ground’ verandert. Zo kunnen zij snel schakelen om de uitvoer van het programma steeds goed aan te passen aan de noden die er op dat moment zijn. Noodhulp als het nodig is, bouwen aan de toekomst als het kan! Hiervoor is flexibel budget nodig.
 

Oproep

We hopen dat onze input in het notaoverleg van 4 juli wordt meegenomen, zodat de stem van kwetsbare kinderen gehoord wordt en hun belangen worden meegenomen in het beleid van Nederland. We hopen dat hun belangen ook vertegenwoordigd zullen zijn in de nota’s die volgen (waaronder de internationale klimaatstrategie en de Afrikastrategie).

Kinderen zijn tenslotte de toekomst.
 

* Right2Grow is een strategisch partnerschap samen met 5 partners: Action Against Hunger, Hunger Project Save the Children, de Max foundation en Centre for Economic Governance and Accountability in Africa (CEGAA) uit Zuid-Afrika.
We werken in 6 landen: Mali, Zuid-Soedan, Bangladesh, Burkina Faso, Ethiopië en Oeganda. En zoals altijd doen we dat met een community-led aanpak: door dorpen in staat te stellen om het zélf te doen, samen met hun lokale overheid.