Hoofdinhoud

Een Dutchbatter en een Bosniër. Een neonazi en een queer man. Een Hutu en een Tutsi. Een politieagent en een bankovervaller. Overal ter wereld komen ze voor: vriendschappen tussen mensen die op het eerste gezicht veroordeeld lijken tot vijandschap.

In Over de kloof neemt Maurits Chabot ons in een journalistieke zoektocht mee naar de binnenlanden van Rwanda, langs grensposten in Israël, naar een kunstgalerie in Oslo en naar Amerikaanse gevangenissen. Hij onderzoekt hoe mensen ondanks oorlogen, etnische spanningen, geopolitieke tegenstellingen en geweldsincidenten toch naar elkaar kunnen toegroeien. Is er een grens aan begrijpen? Waar eindigt nieuwsgierigheid? En hoe veranderen mensen? Over de kloof is een fascinerend boek over veerkracht, vriendschap en hoop in extreme tijden.

World Vision Rwanda

World Vision heeft hem geholpen aan het verhaal dat zich in Rwanda afspeelt, het verhaal van Emmanuel en Alice. In samenwerking met de EO maakte wij samen met hem een documentaire. Dat verhaal vertelt de vriendschap tussen een Hutu en een Tutsi.

Tijdens de genocide

Vele Tutsi’s vluchtten tijdens de beschietingen het moeras in. Zo ook Alice. De Hutu’s volgden de Tutsi’s het moeras in. Hier ontmoetten Emmanuel en Alice elkaar weer – jaren na hun gezamenlijke schooltijd. Emmanuel hakte de hand van Alice af en sneed haar in het gezicht. Op die dag verloor Alice ook haar negen maanden oude baby. Ze was alles kwijt.

Na de genocide heeft Alice veel gebeden. Ze vroeg God of er iemand om vergeving zou komen vragen en of God haar de persoon wilde laten zien dit haar dit had aangedaan. Ze wilde hem zien en hoopte dat ze hem kon vergeven. Al geloofde ze niet dat ze in staat was om iemand te vergeven die haar had verminkt en haar kind en vele familieleden had vermoord.

Toen Emmanuel uit de gevangenis kwam, snakte hij naar vergeving van iedereen die hij iets aangedaan had. Hij dacht dat Alice dood zou zijn. Emmanuel: “Vergeving klinkt makkelijk. Maar ik was heel erg bang om Alice te ontmoeten.”

Vergeving

Rwanda, het verdeelde land, moest opgebouwd worden. Daders en slachtoffers hielpen samen aan de wederopbouw van Rwanda. Zo ook Alice en Emmanuel. Emmanuel schrok toen hij Alice zag. Hij was bang. Hij liep naar haar toe, viel op zijn knieën en riep: “Alice! Vergeef me, want ik was het die je hand heeft afgehakt en je zo heeft verminkt.” Toen Alice hem herkende viel ze flauw. Daarna kon ze hem vergeven, omdat hij de eerste was die om vergeving kwam vragen.

Wens voor de toekomst

Emmanuel heeft een wens: “Ik zou graag willen dat mensen over de hele wereld van ons leren. Want de misdaden die ik heb begaan zijn onmenselijk. Dus er is geen zonde die niet vergeven kan worden.”

Alice en Emmanuel hebben samen een vredesboom, een sinaasappelboom, geplant als symbool: hopelijk kunnen hun kinderen de vruchten plukken van hun verzoening.

Vredesopbouw

Om een verwoest land weer op te bouwen, ontwikkelde World Vision een specifiek model dat vandaag de dag nog steeds bestaat: een vredesprogramma van twee weken waarin intens persoonlijke herinneringen aan de genocide worden gedeeld, nieuwe instrumenten worden geleerd om met diep pijnlijke emoties om te gaan en een weg naar vergeving wordt overwogen. Degenen die aan de genocide hadden deelgenomen werden in contact gebracht met de slachtoffers of schreven hen brieven.

De aanpak kreeg navolging in het hele land en werd omarmd door de nieuwe regering. In het begin was er vaak weerstand tegen en soms duurde het jaren om de harten te veranderen, maar in alle gevallen werkte het.