Op een woensdagmiddag stap ik binnen bij familie Geluk. Nog voordat ik mijn jas uit heb, komt Joah van vier enthousiast naar me toe. Hij straalt terwijl hij vertelt over zijn verjaardag van afgelopen maandag. “Ik heb een mountainbike gekregen, wil je hem zien?” Zonder te wachten rent hij naar de schuur en komt terug met een felgele fiets: zijn trots. Binnen zit de acht maanden oude Ezra in de kinderstoel aan tafel. Af en toe laat hij vrolijke geluidjes horen. Ouders Joost en Andrea vinden het belangrijk om hun kinderen te leren over armoede in de wereld. Wat betekent het als je genoeg eten hebt en je bord gevuld is? En wat als dat niet het geval is? Daarover gaan we samen in gesprek.
Andrea geeft Ezra de fles terwijl ze vertelt over hun dagelijkse routine. “In de ochtend is Joah altijd als eerste wakker. Hij gaat dan alvast spelen. Daarna ontbijten we samen. Wat ontbijten we Joah?”, vraagt ze. “Yoghurt met granola,” zegt hij. “Ja, en in het weekend maakt papa bananenpannenkoekjes.” Joah bladert ondertussen door een tijdschrift over brandweerman Sam, zijn grote held.
Na het eten lezen ze vaak uit een peuterdagboek. Daarin staat een vraag die Joah mag beantwoorden. Andrea vertelt: “Deze week hadden we de vraag: wanneer ben je jarig en wat voor cadeau zou je aan je vriendje willen geven? Ik probeer echt mee te geven dat we mogen delen van de overvloed die we hebben. Dat er heel veel kinderen zijn die niet altijd genoeg eten hebben.”


Gesprek over honger
Andrea herinnert zich een moment van laatst. “We hadden het aan tafel over honger in de wereld, dat niet iedereen genoeg te eten heeft. Toen liep Joah naar de foto’s van onze sponsorkinderen Yohannes en Shawon en zei: ‘Hebben die honger dan?’ Die bewustwording vind ik heel belangrijk.”
Ze vraagt aan Joah: “Hoe vind jij het dat er kinderen zijn die honger hebben?” Joah kijkt op. “Niet leuk,” zegt hij. “Want dan worden ze allemaal ziek.”
Andrea vraagt door: “Wat kunnen we daaraan doen dan?” Joah denkt even na. “Eten geven,” zegt hij. “En een huis.” Andrea vertelt hoe armoede haar meer is gaan raken nu ze moeder is. “Sinds ik zelf kinderen heb, vind ik het onverdraaglijk om bijvoorbeeld de situatie te zien in Soedan. Dat kinderen ondervoed zijn, met honger naar bed moeten of zelfs sterven. Dat voelt zo pijnlijk en onnodig, want er is genoeg eten in de wereld – alleen is het niet eerlijk verdeeld.”
Gerechtigheid, vrede en vreugde
Ze vertelt over Romeinen 17. Een tekst over gerechtigheid, vrede en vreugde. Iets wat zij in haar levenshouding probeert uit te stralen.
Andrea: “Als we zo zouden leven, zou elk kind genoeg te eten hebben en in vrede en veiligheid opgroeien. Dit gaat over het koninkrijk van God: iets dat zichtbaar moet worden in deze wereld door mensen die erin geloven. Niet wachten op tekenen, maar die tekenen zelf zichtbaar maken.”
Hoe maak je dat zichtbaar?
“Door hoe je in het leven staat, hoe je met anderen omgaat, en praktisch: hoe je je middelen, tijd en talenten inzet. Liefhebben zoals God ons liefheeft. Juist in deze decembermaand kun je beginnen in het klein: heb ik oog voor de mensen om me heen? Is er iemand die hulp nodig heeft? Of door te delen van wat je hebt.’’
Nood in de wereld
In Soedan is de nood hoog: miljoenen kinderen hebben niet genoeg te eten. Door geweld zijn duizenden mensen op de vlucht. Juist nu, in deze decembermaand, kunnen we samen tekenen van hoop zichtbaar maken. Voor kinderen in Soedan betekent dat: een maaltijd. Met een maaltijd geef je niet alleen voedsel, maar ook hoop. Hoop dat een kind kan groeien, spelen en leren. Hoop op een toekomst.
Doe mee
Verspreid net als Andrea en haar gezin hoop in deze decembermaand voor kinderen in Soedan. Geef vandaag een maaltijd aan een kind in Soedan. Een bord vol hoop. Samen brengen we verlichting voor kinderen in Soedan.